Voel de energie op leylijnen en krachtplaatsen

De belangstelling voor het onderwerp leylijnen leidde tot de oprichting van een vereniging waarvan de leden hun plaatselijke bevindingen uitwisselden en uitstappen rond het thema organiseerden. Na de dood van Watkins in 1935 verzwakte de interesse in het onderwerp echter aanzienlijk. Twee jaar later merkte Arthur Lawton, één van de leden van de verder bestaande club, als eerste op dat op deze leylijnen en de bijhorende bouwwerken, bepaalde energievelden aanwezig waren, die met de wichelroede te meten waren. Een vaststelling die weinig of geen indruk naliet, want toen in 1948 de vereniging opgeheven werd, was de belangstelling voor het verschijnsel praktisch verdwenen.

Na een intermezzo van meer dan tien jaar kwam het thema terug in de belangstelling, toen een nieuwe golf van theorieën de kop opstak. Tony Wedd, een Royal Air Force piloot legde een verband tussen, wat hij de ‘magnetische krachten van leylijnen’ noemde, en de UFO waarnemingen die zich in deze periode veelvuldig voordeden. De interesse voor het fenomeen bereikte echter een hoogtepunt op het eind van de jaren ‘60 van de vorige eeuw, wanneer in Engeland tijdens het hippie tijdperk het moderne occultisme hoogtij vierde. Leylijnen werden onder een vorm van landschapsaanbidding geplaatst en het verschijnsel kreeg de naam energielijnen.
Hierin scoorde de theorie van John Michell erg hoog met de bewering dat het lijnpatroon niets minder was dan het energetisch netwerk van moeder aarde. Als schrijver van een aantal esoterische boeken besteedde hij de nodige aandacht aan het onderwerp en onderzocht de streek van Lands End in het zuiden van Cornwall. Hoewel Michell zich enkel beperkte tot de megalithische bouwplaatsen kon hij vaststellen dat er niet minder dan 53 van deze heilige plaatsen door lijnen met elkaar in verbinding konden gebracht worden.

De Britse Wichelroedeloper Tom Graves bracht in een aparte visie leylijnen in verband met etherische energiestromen die enkel met de wichelroede zouden voelbaar zijn. Hij vergeleek de aarde met een groot levend organisme waarop zowel megalieten en de latere kerken als acupunctuurnaalden in de meridianen van de aarde werden ingeplant. De theorie van Watkins, die in tegenstelling tot zijn opvolgers nooit beweerd had dat leylijnen energielijnen waren, werd meer en meer ver­drongen door de “new age” gedachte. De prehistori­sche paden werden ‘krachtlijnen’. Verder onderzoek heeft echter aangetoond versies dat beide versies op waarheid berusten.

De pendel of wichelroede, maar ook wetenschappelijke apparaten kunnen aantonen dat het grootste aantal megalieten evenals de oudste kerken werden ingeplant op (meestal) rechte breuklijnen in de aardbodem. De grootste verzamelingen megalithische monumen­ten vindt men dan ook waar de elektromagnetische eigenschappen van diep in de bodem liggende gesteenten vrij hoog zijn.
De Canadees Persinger, hoogleraar in neurowetenschappen aan de universiteit van Ontario, stelde vast dat de energie van elektromagnetische velden de slaaplobben in de hersenen kunnen beïnvloeden en het bewustzijn veranderen. Hij stelt dat uiteenlopende hallucinante of paranormale ervaringen zich dan ook op deze breuklijnen zouden kunnen voordoen. Verder werd bekend dat een langdurige hoge dosis straling de normale groei van veel gewassen afremt. Zo zien we op natuurlijke wijze een goed doorgaanbaar pad ontstaan. De “rechte weg” theorie van Watkins als de latere “krachtlijn” theorie vullen elkaar dus volledig aan. Het wordt eveneens duidelijk waarom op verschillende plaatsen verschijningen optreden. Thans is algemeen bekend dat wie zich voor deze plaatsen openstelt de energie zal voelen toestromen.

Drs. Sietse van der Tuin
Waarom staan hunebedden, kerken, tempels, paleizen en kastelen op een bepaalde plaats? De kritisch en wetenschappelijke auteur van het boek Fysica van de Heiligheid , Drs. Sietse van der Tuin deed 10 jaar onderzoek naar lange leylijnen in Europa. Tijdens zijn onderzoek kwam hij tot verbijsterende ontdekkingen. Een groot geheim dat tot op heden wordt gekoesterd. Hij ontdekte dat niet alleen middeleeuwse kerken op leylijnen zijn gebouwd, dat ook kerken ná 1350 bewust op leylijnen zijn gebouwd. Met speciale computerprogramma’s en historische onderzoek kon hij het verschijnsel bewijzen. De stichting van steden als Amsterdam, Den Haag, Londen, Parijs en Frankfürt bleek gebaseerd op een groot geheim, waarbij men gebruik maakte van leylijnen.

© tekst Johannes Zoet & Cois Geysen